Gezondheid
DE GEZONDHEID VAN DE KOI
EEN GEZONDE KOI.
Voordat ik ga beginnen met te vertellen hoe een vis ziek wordt, gaan we het eerst hebben over hoe we kunnen zien dat een vis “schijnbaar” gezond is en lekker in zijn schubben zit.
Een gezonde vis toont veel interesse in zijn omgeving. De kieuwen gaan regelmatig op en neer en hebben een niet te bleke of te rode kleur. De huid is voorzien van een goede slijmhuid en deze slijmhuid is helder van kleur. Een gezonde koi die niet overvoed wordt heeft altijd honger en is op zoek naar eten in de vijver. Het hoogtepunt van de dag is de voertijd. De koi zwemt rustig door het water waarbij het lichaam stabiel blijft. Elke koi heeft zijn eigen karakter en eigenaardigheden die bij de vis horen. Voor de hobbyist is het noodzaak afwijkend gedrag te herkennen van elke vis afzonderlijk.
Wat is afwijkend gedrag.
* |
De vis zondert zich af. |
* |
De vis hapt naar zuurstof boven de waterspiegel. |
* |
De vis hangt voor de uitstroom van het filter |
* |
Springen. |
* |
Schuren. |
* |
Op de bodem liggen (al dan niet met geknepen vinnen). |
* |
Met èèn of beide borstvinnen tegen het lichaam aan zwemmen. |
* |
Zware en overmatige kieuwbewegingen. |
* |
Flitsen (heel snel door het water schieten). |
* |
De vis eet niet meer, of spuugt zijn eten uit. |
* |
Sterke vermagering. |
* |
Hangen net onder de waterspiegel of elders in de vijver (al dan niet met de kop omlaag). |
* |
De vis zwemt scheef of constant in rondjes. |
* |
De vis heeft moeite van de bodem af te komen. |
* |
De vis hangt vertikaal in het water. |
* |
Openstaande schubben. |
* |
Een troebele en extra dikke slijmhuid. |
* |
Het loslaten van de slijmhuid. |
* |
Elke onregelmatigheid op het lichaam van de vis. |
FACTOREN DIE DE GEZONDHEID VAN DE VIS NEGATIEF BEÏNVLOEDEN.
Wat zijn de primaire oorzaken dat een koi ziek wordt en/of sterft.
* |
Stress. |
* |
Zuurstofgebrek. |
* |
Vergiftiging. |
* |
Verwondingen. |
STRESS.
Een vis zal zelden dood gaan aan stress op zich, de vis wordt ziek of gaat door aan de gevolgen van stress. Om het maar simpel te zeggen: het afweermechanisme en de spijsvertering komen op een laag pitje te staan waardoor de vis vatbaar wordt voor infecties en zal vermageren. Een gezonde vis maakt antilichamen aan die ziektekiemen opsporen en vernietigen Bij een vis met stress zal dit ook verminderen. Doordat de vis niet meer zal eten verzwakt de vis nog meer. Stress zorgt dus voor een algehele verzwakking van de koi.
Een vis met stress wordt vatbaarder voor:
* |
parasieten. |
* |
Opportunistische (virus) infecties. |
* |
bacteriën. |
Door er voor te zorgen dat de stressfactor heel laag is in onze vijvers, aquaria en quarantaine bakken, kunnen we al heel veel problemen voorkomen. Wat zijn de oorzaken die voor stress zorgen aan onze koi.
* |
Verkeerde / slechte waterwaardes. |
* |
sociale stress. |
* |
stress veroorzaakt door temperatuurschommelingen. |
* |
omgevingsfactoren. |
* |
transport. |
STRESS VEROORZAAKT DOOR SLECHTE WATERWAARDES.
De omgeving waar onze koi 24 uur per dag in doorbrengen is ons vijverwater. Het is dus van cruciaal belang dat het vijverwater van goede kwaliteit is. Elke verslechtering van de waterkwaliteit veroorzaakt stress bij vissen.
* |
Te hoge stikstofwaardes (ammonia, nitriet). |
* |
Bij jonge visjes kan een hoog nitraat gehalte de slaapziekte veroorzaken en daaraan kunnen ze sterven. |
* |
Te hoge of te lage PH waarde. |
* |
Te laag zuurstof gehalte. |
* |
Te veel giftige stoffen in het water zoals zware metalen. |
Wat kunnen we doen om een goede vijverhygiëne te handhaven. In eerste instantie bent u waterhouder en dan pas koihouder. Een optimaal filtersysteem dat er voor zorgt dat het eiwit wat in het voer zit en door de vis wordt uitgescheiden in de vorm van ammonia, uiteindelijk omgezet wordt naar nitraat. Een goede verhouding tussen het aantal vissen, het voergedrag en de capaciteit van het filter moet dus worden gevonden. De ideale waardes voor ammonia en nitriet zijn 0. Deze waarde moet dus altijd nagestreefd worden. De vis scheidt 70% van de ammonia uit via de kieuwen en de overige 30% via de ontlasting.
Het nitraat kan uit het water gehaald worden middels waterverversen, (niet meer dan 10% per week). Ook een plantenfilter doet het nitraatgehalte in de vijver dalen. Een nitraatverlagend filtersysteem, een combinatie van voorfilters en biologische filters die er voor zorgen dat het grove vuil zo snel mogelijk uit het vijverwater verwijderd wordt voordat het in het biologische filter terechtkomt, zorgt er voor dat het nitraat gehalte laag blijft en zo een overdaad aan (draad)algen wordt voorkomen.
De zuurtegraad van het water: de PH waarde. De schaal van de PH in zoet water is van 0 tot 14. De waarde 0 is zeer zuur en te vergelijken met accuzuur. De waarde 14 is zeer basisch en te vergelijken met loog. De optimale PH waarde ligt tussen de 7 en 8.2. Een te lage PH waarde kan duiden op vervuiling in de vijver, terwijl een hoge PH waarde vaak het gevolg is van veel (draad)algen in de vijver. Een belangrijke voorwaarde van de PH is dat deze niet schommelt. De buffer die er voor zorgt dat de PH constant blijft is de KH. Door deze Carbonaat hardheid optimaal te houden (tussen de 6 en 10) zal de PH waarde stabiel blijven. Een waarde boven de 10 is qua vijverhygiëne niet verkeerd, echter de kleur van de vis kan beïnvloed worden door een hoge KH waarde. De waarde die de generale hardheid van het water aangeeft is de GH. De optimale waarde ligt tussen de 8 en de 14. Hoe hoger deze waarde, hoe beter alles in de vijver zal gedijen, dus ook de bacteriën in het filter.
Het zuurstof gehalte in het water. Heel veel aspecten in de vijver hebben zuurstof nodig. De vissen, de planten (waaronder ook algen), de bacteriën in het filter en rottingsprocessen. Al met al reden genoeg om er voor te zorgen dat we bij de aanleg van de vijver rekening moeten houden met 14 mg zuurstof per liter water. Een koi heeft minimaal 6mg zuurstof per liter nodig. Omstandigheden die het zuurstof gehalte in de vijver beïnvloeden zijn: de vijver temperatuur, vervuilingsgraad in de vijver, de luchtdruk, medicijngebruik, en veel (draad)algen. Het is noodzakelijk om er zorg voor te dragen dat het biologisch filter voorzien wordt van voldoende zuurstof, zodat de bacteriën geen kostbare zuurstof uit de vijver snoepen. Het zuurstof gehalte is het laagst in de vroege morgen. Gedurende de nacht hebben allerlei plantaardige organismen zuurstof gesnoept. Zo kan het voorkomen dat op een mooie zomerdag, in een vijver waarin veel algen leven, met een lage luchtdruk het zuurstof gehalte onder de 5 komt. Deze situatie moet dus altijd voorkomen zien te worden.
We moeten er voor zorg dragen dat de organische belasting in de vijver zo laag mogelijk is. Dit heeft een paar redenen. Poep en bijvoorbeeld bladeren die niet snel genoeg uit de vijver worden verwijderd gaan rotten. Voor een rottingsproces zijn twee belangrijke aspecten nodig. Ten eerste bacteriën en zuurstof. Dit soort bacteriën willen we niet in de vijver hebben en zuurstof willen we niet verspillen. Daarbij komt dat er bij een rottingsproces ammonia vrijkomt en dat willen we al helemaal niet in de vijver hebben. Het belang van een goed voorfilter komt hier om de hoek kijken. Tevens kunnen er speciale “goede” bacteriën aan het water worden toegevoegd, de zogenaamde slush busters, die zich gespecialiseerd hebben in het opruimen van organisch afval. Het gebruik van Ozon verlaagt ook de organische druk in de vijver.
Het laatste aspect wat ik noem onder vijverhygiëne zijn giftige stoffen die in ons leidingwater kunnen zitten. Chloor en chloramides, zware metalen etc. Hoe kunnen we voorkomen dat die in ons water terechtkomen. Er bevind zich geen chloor in ons kraanwater, dat is wettelijk verboden. Maar de waterleidingen worden om de zoveel tijd doorgespoeld met chloor, restanten kunnen altijd aanwezig zijn. Chloramides zitten altijd in ons kraanwater in een heel laag gehalte. Bij het vullen van de vijver en het waterverversen is het wenselijk dat het water verneveld wordt voordat het in de vijver komt. Zo verdampen het chloor en de chloramides. Zware metalen kunnen we uit het water halen door b.v. een product als perfect start. Bij het vullen van de vijver kan dit product toegevoegd worden. Deze vloeistof bindt allerlei stoffen die we niet in het water willen hebben. Let erop dat bij het vullen van de vijver of bij het waterverversen het eerste water wat uit de slang komt niet in de vijver terechtkomt.
SOCIALE STRESS.
Wat bedoelen we hiermee. Een koi is een sociaal dier, dit betekent dat een koi zich het prettigst voelt bij soortgenoten. Een koi alleen zal verkommeren en zal niet zelden dood gaan uit eenzaamheid. Echter teveel koi in een vijver is ook niet goed. Wanneer kan deze vorm van stress zich voordoen.
* |
door een koi solitair in bv een quarantaine bak te plaatsen. |
* |
door overbevolking in een vijver. |
* |
door het plaatsen van nieuwe koi in het al aanwezige koibestand. |
* |
het plaatsen van de koi in een nieuwe omgeving. |
Punt een is vrij duidelijk. Een koi alleen voelt zich niet prettig en zal zelden genezen. Het is daarom raadzaam een quarantaine voorziening te maken waar meerdere vissen tegelijkertijd in kunnen. Een paar kleinere koi constant in de q-voorziening laten zwemmen is ook een oplossing.
Overbevolking geeft net zo veel stress. Ten eerste omdat het de waterkwaliteit slecht zal beïnvloeden en ten tweede omdat een koi ook een mate van “privacy” nodig heeft. Maximaal twee volwassen koi per kuub vijverwater is wat stressfactor betreft het maximale. Let wel dat qua maximale ontwikkeling van de koi 70 tot 80 cm vis per kuub water maximaal is.
In onze vijvers bestaat een rangorde zoals die meestal voorkomt in een groep dieren die bij elkaar leven. Bij het plaatsen van een nieuwe vis in het reeds bestaande bestand zal deze rangorde dus herzien moeten worden. De nieuwe vis moet zijn plaats vinden binnen de rangorde. Tevens zal een koi moeten wennen aan zijn nieuwe omgeving.
HOE ZIJN DEZE VORMEN VAN STRESS TE CONSTATEREN.
De koi zondert zich af van de rest. Het wit van de koi zal rood dooradert zijn, net als de vinnen. De koi zal niet meer eten. De koi zal zich proberen te verstoppen of op de bodem gaan liggen. De koi vertoont een apathisch gedrag. Deze symptomen kunnen ook bij andere aandoeningen voorkomen, maar als u deze symptomen vaststelt kunt u dus eerst nagaan of de vis sociale stress heeft.
Hoe verhelpen we het euvel. Een koi solitair, of juist in een overbevolkings situatie. Daarvan dient de oplossing gezocht te worden in het bijplaatsen of juist weghalen van koi. De stress die wordt veroorzaakt door het bijplaatsen van een nieuwe vis, of de vis in een andere omgeving plaatsen gaat meestal na een paar dagen vanzelf over. Zorg ervoor dat er een plaatsje is in de vijver waar de nieuwe koi zich beschermt voelt tegen al die nieuwe invloeden en tegen dominante vissen.
STRESS EN ANDERE PROBLEMEN VEROORZAAKT DOOR TEMPERATUURSCHOMMELINGEN.
We hebben al gezien dat de leefomgeving van de vis (het vijverwater) en de kwaliteit daarvan cruciaal zijn voor het welzijn van de koi. Niet te scheiden daarvan is de watertemperatuur.
Een koi kan temperaturen verdragen van 3 tot 36 graden. De temperatuur waarbij de koi zich het prettigst voelt is van 17 tot 24 graden. De spijsvertering is rond deze temperatuur optimaal, het afweersysteem kan op volle toeren werken, de metaboliek is bij deze temperaturen optimaal en de koi hoef geen moeite te doen om aan zuurstof te komen (mits de condities goed zijn in de vijver).
Koi vinden temperatuurschommelingen niet prettig, dit verstoort de spijsvertering en tevens kan het afweersysteem de schommelingen niet bijhouden. Temperatuurschommelingen in een korte periode werkt op zich al stress in de hand en als daar ook nog een verzwakking van het afweersysteem bijkomt wordt de koi dus gevoeliger voor ziektes. Tevens kan er bij jonge koi een afwijking in de bouw ontstaan door temperatuurschommelingen. Het meest ideale zou zijn dat de temperatuur per etmaal niet meer dan twee graden stijgt en niet meer dan èèn graad daalt.
Problemen die zich kunnen voordoen m.b.t. de watertemperatuur.
Watertemperaturen onder de 12 graden.
Onder deze temperatuur maken koi geen antilichamen meer aan. Parasieten echter zijn nog volop actief bij deze temperaturen. Problemen zijn dan ook te verwachten in het najaar en voorjaar. Een ander probleem wat zich voordoet bij deze temperaturen is terug te voeren naar de stikstof kringloop. Onder de 12 graden zal de stikstofkringloop nog maar op een laag pitje staan. Vaak hebben we de neiging de koi bij deze temperaturen toch nog maar flink te voeren (de koi blijft immers nog steeds om eten bedelen bij deze temperaturen) om reserves op te bouwen. Met gevolg dat ammonia en / of nitriet pieken ontstaan, met de nare gevolgen van dien. Bij water temperaturen onder de 15 graden kunnen de meeste vormen van medicijnen niet meer toegepast worden.
Onder deze temperatuur maken koi geen antilichamen meer aan. Parasieten echter zijn nog volop actief bij deze temperaturen. Problemen zijn dan ook te verwachten in het najaar en voorjaar. Een ander probleem wat zich voordoet bij deze temperaturen is terug te voeren naar de stikstof kringloop. Onder de 12 graden zal de stikstofkringloop nog maar op een laag pitje staan. Vaak hebben we de neiging de koi bij deze temperaturen toch nog maar flink te voeren (de koi blijft immers nog steeds om eten bedelen bij deze temperaturen) om reserves op te bouwen. Met gevolg dat ammonia en / of nitriet pieken ontstaan, met de nare gevolgen van dien. Bij water temperaturen onder de 15 graden kunnen de meeste vormen van medicijnen niet meer toegepast worden.
Blijven we doorvoeren tot temperaturen onder de 8 graden dan kunnen zich weer andere problemen voordoen. De spijsvertering en de metaboliek staan op een heel laag pitje. De vis eet voer maar het lichaam kan het niet meer verteren. Het meeste onverteerbare voer komt dus in de vijver en filter terecht waar bacteriën het niet meer omzetten. Tevens blijven er etensresten in de ingewanden van de koi achter, alwaar het gaat rotten. De vis sterft een langzame en pijnlijke dood in het voorjaar.
Bij een plotselinge snelle temperatuurdaling kunnen er nog meer problemen ontstaan.
* |
Temperatuurshock. Kenmerken: de vis hangt vertikaal in het water (deze vis bevind zich nu in kritieke toestand elke andere vorm van stress wordt waarschijnlijk zijn dood) dus proberen te vangen heeft geen zin. |
* |
Mocht de koi problemen hebben met de zwemblaas dan komt dat vaak bij koudere temperaturen naar boven. De vis zwemt scheef of kan niet meer van de bodem omhoog komen. De koi in een bak plaatsen en de temperatuur geleidelijk verhogen is hier de oplossing. Soms kan een toevoeging van een bepaalde dosis zout helpen. |
* |
Door plotselinge temperatuurdalingen kan de koi problemen krijgen met zijn evenwichtsorgaan. Dit is te constateren door dezelfde kenmerken als afwijkingen aan de zwemblaas, tevens is het ook mogelijk dat de vis rondjes gaat zwemmen of gaat tollen, de vis kan zijn balans niet handhaven. De behandeling is hetzelfde als bij de zwemblaas. |
* |
Temperaturen onder de 4 graden worden kritiek. Ijskristal vorming kan zich gaan afzetten op de kieuwen van de vis met als gevolg verstikking. Het afdekken en eventueel verwarmen van de vijver biedt hiervoor een oplossing. |
* |
Vooral het filter niet uitzetten. |
Water temperaturen tussen de 12 en de 20 graden.
In het najaar zijn deze temperaturen op zich geen probleem. Er zijn een paar dingen waar u op moet letten.
In het najaar zijn deze temperaturen op zich geen probleem. Er zijn een paar dingen waar u op moet letten.
* |
Het voergedrag aanpassen aan de temperatuur, zowel de hoeveelheid als de samenstelling van het voer. |
* |
Beneden de 15 graden kunnen geen medicijnen meer toegevoegd worden aan het water, een laatste controle op de aanwezigheid van parasieten en een eventuele behandeling moet dus uitgevoerd worden boven de 15 graden. |
* |
Grote temperatuurschommelingen zijn te voorkomen door tijdig te beginnen met afdekken van de vijver. |
* |
De vijver, filter en de leidingen zoveel mogelijk reinigen van organische afvalstoffen, zodat deze niet kunnen gaan rotten. |
In het voorjaar echter zijn deze temperaturen veel gevaarlijker. De vis heeft een paar maanden op de bodem van de vijver gebivakkeerd. Zijn vetreserves zijn ingeteerd en zijn weerstand is praktisch weg. In het voorjaar hebben we te maken met grote temperatuurschommelingen. Bacteriën en parasieten zijn veel eerder wakker en op volle kracht dan onze koi met alle gevolgen van dien.
Een ander probleem ligt op het terrein van ons voergedrag. Het biologisch filter werkt nog niet, toch gaan we bij de eerste vorm van lenteperikelen al weer voeren. Te hoge ammonia en nitrietwaardes in de vijver kunnen hiervan het gevolg zijn. Het spreekt voor zich dat bij deze temperaturen dus op het voergedrag gelet moet worden. Onze koi hebben al een tijdje niet gegeten. Dus de hoeveelheid voer moet langzaam opgebouwd worden.
Het is nu volop lente en de dagen zijn aan het lengen. De temperatuur wil niet zo vlotten. Geslachtsrijpe vrouwtjes moeten hun eitjes kwijt. Door de koudere periode die ze achter de rug hebben en onder de invloed van de langere dagen worden er eitjes aangemaakt. Echter deze zal ze pas afzetten bij temperaturen boven de 20 graden. Doordat de vrouwtjes de eitjes niet kwijt kunnen kan er stress ontstaan. Dit geldt ook als er geen afzet mogelijkheden in de vijver zijn waarop ze de eitjes kunnen afzetten.
Temperaturen tussen de 20 en 25 graden.
Het is nu zomer en het zonnetje brand lekker. Jammer genoeg kunnen we onze vissen die zonnenbaden heerlijk vinden niet insmeren met zonnebrand. In een vijver waar geen genoeg beschutting is kunnen de koi verbranden. In de zomer is het geen uitzondering dat een vijver die onvoldoende in de schaduw ligt per dag zo een graad of 3 omhoog loopt (op zich dus al veel en kan stress opleveren). Een groter probleem is dat in de nacht de temperatuur weer zo een graad of 3 daalt (en dat levert wel veel stress).
Het is nu zomer en het zonnetje brand lekker. Jammer genoeg kunnen we onze vissen die zonnenbaden heerlijk vinden niet insmeren met zonnebrand. In een vijver waar geen genoeg beschutting is kunnen de koi verbranden. In de zomer is het geen uitzondering dat een vijver die onvoldoende in de schaduw ligt per dag zo een graad of 3 omhoog loopt (op zich dus al veel en kan stress opleveren). Een groter probleem is dat in de nacht de temperatuur weer zo een graad of 3 daalt (en dat levert wel veel stress).
Een ander probleem wat zich kan voordoen met warmere temperaturen en langere dagen. In onze vijvers vormen zich draad(algen). Op zich helemaal niet erg. Geen beter kleurvoer dan algen. Maar algen en andere waterplanten slurpen in de zomernacht zuurstof. Warmer water heeft de eigenschap dat het minder zuurstof bevat. Het kan dus zijn dan in de zomernacht in een vijver waar veel (draad)algen zitten er een zuurstof gebrek optreed.
Weer een heel ander probleem kunnen de verwondingen zijn die opgelopen worden door het paaien van de koi. Dit gaat er nogal wild aan toe en vaak komen de vrouwtjes gehavend uit het liefdespel vandaan.
Problemen boven de 25 graden: dezelfde als tussen de 20 en 25 graden. Alleen zuurstof wordt een nog groter probleem.
Al met al is het dus zaak dat we temperatuurschommelingen zo veel mogelijk zien te voorkomen. Dit kan op een aantal manieren gebeuren. Middels de inhoud en de diepte van de vijver kunnen extreme schommelingen worden voorkomen. Water warmt immers langzamer op dan de omgevingstemperatuur. Aan de andere kant houdt water langer warmte vast dan de omgevingstemperatuur. Een pergola met schaduwdoek of een andere vorm van zonwering kan snelle opwarming van het water voorkomen. Buiten de dalende temperatuur zijn regenwater en wind twee belangrijke factoren die de vijver doen afkoelen. Een muurtje of wand langs de vijver zorgt ervoor dat wind geen vrijspel krijgt op het wateroppervlakte en zorgt ervoor dat hemelwater niet terug de vijver in kan stromen.
Het isoleren en afdekken van de vijver en het filter zorgt er in de wintermaanden voor dat de temperatuur van de vijver meestal niet beneden de 4 graden komt.
Als laatste mogelijkheid om temperatuurschommelingen tegen te gaan noem ik vijververwarming.
De behandeling van temperatuurshock en problemen met de zwemblaas en evenwichtsorgaan hebben we al besproken.
De ziektes en problemen die kunnen ontstaan door temperatuurschommelingen zijn meetal van parasitaire of bacteriële aard en in mindere mate virussen. Hoe kunnen we zien dat onze koi hier last van hebben. Hierboven staat een lijstje met afwijkend gedrag. Schieten, schuren, springen, geknepen borstvinnen, afzondering, verandering in de slijmhuid, etc. wijzen op de aanwezigheid van een uitbraak van parasieten, bacteriën en virussen.
Hoe gaan we te werk als dit geconstateerd wordt. Het eerste wat gedaan moet worden is het water testen. Let wel dat de stikstoffen heel moeilijk te meten zijn bij watertemperaturen onder de 15 graden. Schep een bak met vijverwater en sluit deze af, zorg er voor dat er geen zuurstof achterblijft. Plaats deze bak een tijdje binnen zodat de temperatuur stijgt. Op deze manier kunnen slechte waterwaardes worden uitgesloten of worden verholpen. Vervolgens beoordelen we of het om èèn vis gaat of om meerdere. Als het om een vis gaat plaats deze dan zo snel mogelijk in quarantaine. Hebben meerdere vissen hetzelfde afwijkende gedrag dan gaan we als volgt te werk. Vang een paar vissen. Controleer ze op verwondingen aan lichaam en vinnen (vergeet de onderkant niet). Check de kleur van de kieuwen, deze behoren mooi van kleur te zijn, dus niet bleek maar ook niet vurig rood. Tevens kan de vis worden gecontroleerd op parasieten die zichtbaar zijn voor het oog. Een afstrijkje van de slijmhuid moet worden gemaakt. Let op dat ook slijmhuid van de kieuwen en van het gedeelte rond de anus moet worden gemaakt. Met behulp van een microscoop kan dan beoordeeld worden om welke parasiet het gaat. Een microscoop moet wel binnen 5 minuten voor handen zijn, want de meeste parasieten gaan binnen 5 minuten dood buiten de vis en het vijverwater.
Mocht de koi geen hoeveelheid parasieten bevatten die de oorzaak kunnen zijn van het afwijkend gedrag, dan kan er gedacht worden aan een bacteriële aandoening. Alleen door het op kweek zetten van de slijmhuid kan daadwerkelijk gezien worden of en om welke bacterie het gaat. Meestal gaan bacteriële infecties samen met wonden (gaten) of rode verkleuringen in de huid. De vinnen kunnen gaan rafelen. De bek en kieuwen kunnen worden aangetast. Ook het uitzetten van het lichaam al dan niet samengaand met uitstaande schubben kunnen wijzen op een bacterieel probleem.
Zijn er geen bacteriën en parasieten te ontdekken dan kan er gedacht worden aan virussen. Het is bijna onmogelijk een virus te ontdekken. Tevens bestaan er geen medicijnen tegen virussen. De meest voorkomende en ongevaarlijke vorm van een virus zijn de bekende karper pokken, die vaak ontstaan bij het omlaag en omhoog gaan van de temperatuur.
STRESS VEROORZAAKT DOOR EXTERNE OMGEVINGSFACTOREN.
Wat zijn externe omgevingsfactoren.
* |
onvoldoende beschutting voor de vissen. |
* |
honden, katten, reigers en andere koidieven. |
* |
de eigenaar zelf. |
* |
andere soorten vissen in de vijver. |
Vissen hebben af en toe behoefte zich terug te trekken op een voor hun veilig plekje. Mocht de vijver hier niet in voorzien dan kan dat stress veroorzaken bij de koi.
Alle natuurlijke vijanden leveren stress op bij vissen. Zelfs als ze niet opgegeten of verwond zijn zit de schrik er hevig in. De vissen bivakkeren dan tot een paar weken op de bodem van de vijver. Het spreekt voor zich dat in een vijver met koi geen roofvissen mogen zitten die de koi najagen en als lekkernij zien.
Koi kunnen ontzettend in de stress schieten door de schrik van hun eigenaar zelf. Dit gebeurt meestal met koi in een quarantainebak of aquarium. Telkens als de deur opengaat of er staat iemand voor de bak schieten de vissen alle kanten uit en verwonden zich.
Andere soorten vis kunnen de rust in de vijver verstoren. Een goed voorbeeld daarvan zijn windes. Koi worden zelden tam in een vijver waar ook windes huizen. Windes zijn heel schichtig en schieterig en brengen dat over op koi.
Hoe kunnen we deze problemen voorkomen.
Ten eerste door voor voldoende beschutting te zorgen in de vijver door bv een brug of een gedeelte van de vijver permanent af te dekken.
We zullen er voor moeten zorgen dat koipikkers niet bij de vijver kunnen komen. Er zijn diverse mogelijkheden in de handel om dit te verwezenlijken: scarecrow, schrikdraad etc.
Koi die schrikachtig zijn van ons kunnen we wat op hun gemak stellen door de volgende maatregelen te nemen:
Zorg dat er constant leven en geluid is bij de bak of aquarium. Dit kan door b.v. de radio aan te laten in de ruimte waar de vissen zijn. Wat meer tijd doorbrengen met de koi wil ook helpen. Een hond die af en toe geinteresseerd kijkje komt nemen (anders dan voor een lekker maaltje) kan ook wonderen verrichten. Kortom sluit de vissen niet van het dagelijkse rumoer en leven af maar laat ze er deel van uitmaken.
De laatste vorm van stress die we behandelen is stress die ontstaat door transport.
STRESS VEROORZAAKT DOOR TRANSPORT.
Iedere koi (anders dan onze euro of nederkoi) krijgt èèn maal in zijn leven te maken met de grootste stress factor die er bestaat. Het transport van Japan of Israël etc, naar de dealer in Nederland. De vissen zitten vaak langer dan 30 uur in een zak onder allerlei verschillende temperaturen. De vis wordt van hot naar her gesjouwd en aangekomen bij de dealer wordt hij de eerstkomende weken nog eens behandeld met verschillende medicaties om problemen te voorkomen. Door de stress van het transport zijn de koi immers geweldig bevattelijk geworden voor parasieten en bacteriën.
Een vis die dus net zo een transport heeft meegemaakt mag dus nooit zomaar in een vijver worden uitgezet. Een quarantaine periode van minstens 4 maanden is noodzakelijk. Iets minder erg maar ook stressvol is het transport van de dealer naar de eigenaar. Om dezelfde reden kan de vis dus het beste een paar dagen in quarantaine worden gezet. Hoe vervoeren we het beste een vis.
De dealer vangt de vis met zachte hand. De zak waarin de vis vervoerd wordt naar huis wordt voorzien van genoeg zuurstof. Het beste vervoert u de vis in een doos die afgesloten kan worden in de breedte richting van de auto. Zo voorkomt u dat bij plotseling remmen de vis zijn kop of staart beschadigt. De verwarming en geluidsinstallatie uit laten. Eenmaal thuis gekomen laat u de vis in de zak een tijdje liggen in het water waarin de vis terechtkomt. Het water in de zak neemt zo de temperatuur over van het water waarin de vis komt. Bij het loslaten van de vis zorgt u ervoor dat er geen water uit de zak in de quarantainevoorziening of vijver kan komen. Houdt de vis de eerste paar weken goed in de gaten. Het wil nog wel eens zijn dat de vis moet wennen aan de nieuwe omgeving en heeft daar soms problemen mee. Bij het uitzetten van een nieuwe vis is het verstandig een net over de bak of vijver heen te spannen zodat de vis er niet uit kan springen.
VERGIFTIGING.
Vergiftiging kan in verschillende vormen voorkomen:
* |
nitraatvergiftiging |
* |
medicijnvergiftiging |
* |
Vergiftiging door andere chemicaliën zoals chloor of andere chemische goedjes zoals bestrijdingsmiddelen. |
Een nitraat en een medicijnvergiftiging zijn meestal nog te herkennen voordat het te laat is. Goed beluchten en direct waterverversen kunnen nog soelaas bieden. Bij vergiftiging door medicijnen kan een juiste dosis waterstofperoxide uitkomst bieden. Ga echter als je geen ervaring hebt met dit product en niet klakkeloos mee aan de gang. Waterstofperoxide is bij verkeerd gebruik dodelijk. Als er een quarantaine faciliteit aanwezig is kan ook geprobeerd worden de vissen te vangen en in schoon water te plaatsen. Hoe herkennen we zo een vergiftiging:
Bij vergiftiging door chloor en andere chemicaliën is er vaak geen redden meer aan. Meestal komen we er pas te laat achter.
* |
vissen happen naar lucht. |
* |
vissen gaan springen. |
* |
vissen hangen in het water. |
* |
vissen krijgen verbrandingsverschijnselen. |
PARASIETEN.
Een of meerdere vissen vertonen afwijkend gedrag en de reden is niet terug te voeren naar een slechte waterkwaliteit. Wat nu te doen. Of een vis parasieten heeft is meestal alleen vast te stellen met een microscoop. Er zijn ook parasieten die met het blote oog te zien zijn, zoals ankerwormen, kaperluis, bloedzuigers en in een gevorderd stadium witte stip en peper stip. Parasieten zoals Costia, Trichodina, Dactylogyrus (kieuwwormen) en Gyrodactylus (huidwormen) en de stip variëteiten in het beginstadium zijn alleen maar met de microscoop aan te tonen. Deze parasieten vereisen verschillende methoden van behandeling. Het is dus niet genoeg vast te stellen dat de vis last heeft van parasieten, maar dus ook om welke parasiet het gaat. Ik ga u niet vertellen hoe welke parasiet er uit ziet en welke behandeling die vereist. Een koidokter kan u hier alles over vertellen. Er worden cursussen geven omtrent microscoopgebruik, parasietherkenning en behandeling. U kunt zich hiervoor aanmelden bij KOI2000. Ik adviseer u dan ook van harte deze cursus te volgen en een microscoop aan te schaffen. Voor het gemak vermeld ik onder dit kopje ook schimmel. Schimmel is geen ziekte op zich maar altijd een secundaire aandoening. Mocht u schimmel vinden op uw vis dan moet u op zoek naar de primaire oorzaak.
Wat te doen. U vangt een vis en neemt een afstijkje van de slijmhuid. Let wel altijd slijmhuid van de hele lengte van het lichaam met de richting van de schubben mee, kieuwdeksel en anus. Deze slijmhuid moet onder een microscoop bekeken worden. Mocht een microscoop verder dan 5 minuten verwijderd zijn van de slijmhuid dan heeft het kijken onder een microscoop geen zin meer. Het consulteren van een koi arts kan dan uitkomst bieden.
BACTERIËLE AANDOENINGEN.
Mochten er geen parasieten op de vis te vinden zijn dan kan er gedacht worden aan een bacteriële aandoening. Een bacteriële aandoening kan echter pas met 100% zekerheid vastgesteld worden als een stukje slijmhuid op kweek wordt gezet. Hieruit kan men ook opmaken om welke bacterie het gaat. De behandeling bestaat meestal uit het toedienen van antibiotica.
Hoe is een bacteriële aandoening te herkennen. Door middel van het op kweek zetten van de slijmhuid, door zweren op de vis, door uitstaande schubben en / of in combinatie met het opzwellen van de vis, door een rood geïrriteerde huid, door rafelige gekartelde vinnen die rood verkleurd kunnen zijn, door zweren aan bek en ogen.
Een bacteriële aandoening gaat zelden vanzelf over en actie moet dus worden ondernomen om de vis weer op de vin te krijgen. Advies inwinnen van een koi arts is gewenst. Een paar voorbeelden zijn: vistuberculose, kenmerken: de koi vermagerd, krijgt uitpuilende ogen en een ingevallen buik, wonden op de huid kunnen ontstaan door ontstekingen. Deze ziekte is hoogst besmettelijk en dodelijk. Vinrot en Bekschimmel en Dropsy.
VIRUSINFECTIES.
Is de slechte conditie van de vis ook niet terug te brengen naar een bacteriële aandoening dan bestaat de mogelijkheid dat de vis gebukt gaat onder een virus. Voor een virus bestaat geen medicijn, buiten een optimaal afweersysteem van de vis. Voorbeelden van virusziektes zijn, Karperpokken, deze zijn overigens meestal ongevaarlijk. Deze komen en gaan meestal in periodes van temperatuurschommelingen. Als de temperatuur constant boven de 18 graden komt verdwijnen deze gelei-achtige bobbeltjes vanzelf. Cosmetische ingrepen kunnen worden uitgevoerd door een koi arts. Het Koi Herpes Virus, wat alleen met zekerheid is vast te stellen door een behoorlijk ingewikkeld proces. Deze aandoening is meestal dodelijk voor een groot gedeelte van de populatie. Vissen die genezen blijven dragers en kunnen een nieuwe uitbraak veroorzaken. Kaperviraemia, wat ook een grote uitval veroorzaakt in de populatie en wat zich meestal openbaart in de lente wanneer de temperaturen oplopen. Uitvoerig ga ik op dit onderwerp niet in. Mocht u denken dat u hier mee te maken heeft dan adviseer ik u met klem een koi arts te raadplegen.